Oproep voor papers: 'Om erbij te horen', 12-13 november 2020, Amsterdam

Om erbij te horen: transtaligheid, saamhorigheid en het maken van Zuid-Afrikaanse sociale gemeenschappen

Universiteit van Amsterdam en Universiteit Gent, 12-13 november 2020, Amsterdam

Read in English or Afrikaans

Tijdens de vorming van natiestaten in de 19de en 20ste eeuw waren gestandaardiseerde en officiële talen essentieel om in het publieke domein (public sphere) een saamhorigheidsgevoel te ontwikkelen bij sociale gemeenschappen. Romantische ideeën zoals thuisgevoel, samenzijn en cultuur, die als bouwstenen van nationale identiteiten zijn gaan dienen, staan tegenwoordig door neoliberale globalisering onder druk. Daarnaast is er vanuit discussies over postkolonialisme en dekolonisatie kritiek geleverd op het veronderstelde eentalige karakter van gemeenschappen en naties door hun taalkundige heterogeniteit aan te tonen (Yildiz 2012; Mignolo 2003). De complexe taalkundige realiteit van Zuid-Afrika biedt een goed beginpunt om de veranderende verhoudingen tussen taal, de vorming van sociale identiteiten, saamhorigheidspolitiek en groepsformatie (Yuval-Davis, 2006; Meinhof en Galasinski, 2005) te onderzoeken.

 

Het congres verkent de Zuid-Afrikaanse literatuur en cultuur vanuit het oogpunt van transtaligheid en transculturaliteit, oftewel vanuit een erkenning dat taalkundige en culturele grenzen dynamisch en fluïde zijn. Daarom heeft dit congres ten minste drie doelen. Ten eerste willen we onderzoeken hoe verhalende kunstvormen (zoals literatuur, performancepoëzie, film, theater, etc.), maar ook meer populaire uitingen (televisieseries, kranten, advertenties, graffiti, muziek), de relatie tussen taal en lidmaatschap van sociale groepen in Zuid-Afrika taalkundig produceren en kritisch herzien. Daarnaast willen we ook verkennen hoe taalvariatie, meertaligheid en transtaligheid in culturele representaties wijzen op complexe sociale en culturele verhoudingen in het dagelijkse, gewone leven van Zuid-Afrikanen. Tot slot zullen we bekijken hoe transtaligheid, het gebruik van taalvariaties of verschillende talen de positie van dominante en/of gestandaardiseerde talen destabiliseert in verhalende teksten, en wat zulke “minoriserende” praktijken (Dagnino, 2019) kunnen betekenen voor de manier waarop taal sociale identiteiten en gevoelens van “erbij horen”   construeert in de Zuid-Afrikaanse context.

 

Deze oproep nodigt uit tot het voorstellen van papers die reflecteren over:

  • hoe transtalige Zuid-Afrikaanse literaire teksten (nieuwe) sociale identiteiten en gevoelens van erbij horen creëren;
  • hoe populaire genres (waaronder hip-hop/rap en genrefictie) bijdragen tot een kritische analyse van de relatie tussen taal en saamhorigheid in de Zuid-Afrikaanse context;
  • hoe het gebruik van andere talen en taalvariëteiten het (Standaard-)Afrikaans en Engels minoriseren en wat de destabilisatie van die talen betekent voor het saamhorigheidsgevoel en het oprichten van sociale gemeenschappen;
  • hoe taalgebruik grenzen creëert, omdat het vormen van inclusie en exclusie ondersteunt, betwist, of er zich tegen verzet;
  • (het talige karakter van) de culturele publieke sfeer in het proces van de constructie van een saamhorigheidsgevoel en samenzijn in de Zuid-Afrikaanse context;
  • transtaligheid en de vertaling van Zuid-Afrikaanse literatuur (in iedere Zuid-Afrikaanse taal) als “wereldliteratuur”.

 

We nodigen geïnteresseerden uit om een korte samenvatting in te dienen (maximum 300 woorden), vergezeld van een persoonlijke notitie (150 woorden) tegen ten laatste 8 mei 2020. De geaccepteerde voorstellen zullen tegen eind mei 2020 bekendgemaakt worden. Bijdragen mogen in het Afrikaans, Nederlands en Engels gesteld zijn. Voor de lezingen is 20 minuten voorzien. De organisatoren voorzien voor collega’s die niet in staat zijn in Amsterdam een lezing aan te bieden via Skype een referaat te geven. Een publicatie van (geselecteerde) bijdragen wordt overwogen.

 

Gelieve uw voorstel door te sturen naar translingualsuidafrika@gmail.com vóór 8 mei 2020.

 

Het organiserend comité:

Yves T’Sjoen (UGent en UStellenbosch)

Annelies Verdoolaege (UGent)

Margriet van der Waal (UvAmsterdam)