Is meertaligheid goed voor je hersenen?

‘Misschien is het wel goed voor je hersenen om ook Fries te spreken.’

Regionale talen niet als probleem zien
Cheng en haar Europese partners willen meertaligheid op een andere manier benaderen. Regionale talen niet als probleem zien, bijvoorbeeld. Ze wil onderzoeken of meertaligheid goed is en misschien cognitieve voordelen heeft. Want misschien is het wel goed voor je hersenen om naast Nederlands ook Fries te spreken. Hetzelfde geldt voor de immigrantentalen. Mogelijk is het goed voor het Nederlands van de tweedegeneratie immigranten, als ze de taal van hun ouders ook optimaal ontwikkelen. Cheng: 'En waarom moet die tweede taal in Nederland eigenlijk Engels zijn? Misschien is het wel goed voor een Nederlands kind als het Duits als eerste vreemde taal leert.'

Leiden coördineert zeventien partners in acht landen
Om dergelijke vragen te beantwoorden maken de onderzoekers gebruik van onder meer EEG- en fMRI-technieken. Ze onderzoeken of meertaligen cognitieve taken sneller uitvoeren. Of wat het verband is tussen meertaligheid en dyslexie. Leiden is als coördinator verantwoordelijk voor de samenwerking in dit grootschalig project van zeventien partners in acht landen. Voor een deel van de vragen wordt in alle acht landen hetzelfde onderzoek gedaan, met steeds andere talen en taalsituaties als variabelen.

Tijd vrij maken
Cheng heeft een luxeprobleem. Ze heeft twee subsidieaanvragen gehonoreerd gekregen in één jaar. Haar NWO-project over vraagzinnen start in februari 2014. Het project met de EU-consortiumsubsidie van vijf miljoen over meertaligheid begint een maand later. Sinds de toekenning van de EU-subsidie worstelt ze zich door bergen mails. Om maar niet te spreken van de tijd die de aanvraag sowieso heeft gekost. Ze heeft juist de onderhandelingen over aanvullende eisen afgesloten. Eén van de eisen was dat ze er een partner uit een extra Oost-Europees land bij zocht. Nu rondt ze haar taken als voorzitter van de opleiding Taalwetenschap af, om tijd vrij te maken voor haar projecten - en haar onderzoek, haar aio’s en haar studenten.

Tijdens een lezing in Leiden (2011) gaf de directeur General Research van de Europese Commissie (EC) zijn mening: ‘Geesteswetenschappers kunnen geen grootschalige samenwerkingsverbanden aangaan, noch een algemene onderzoeksvraag formuleren in reactie op een maatschappelijke kwestie. Daarom gaan EU-subsidies voor grote projecten aan hun neus voorbij.’ Taalwetenschapper Lisa Cheng zat erbij en dacht: ‘Dat zullen we nog wel eens zien.’ Ze startte een consortium waarin theoretisch georiënteerde taalkundigen samenwerken met experimentele vakgenoten in verschillende landen. Hun position paper zou als basis dienen voor de aanvraag van de EU-consortiumsubsidie. De call for proposals over ‘Multilingual society’ binnen het Europese Zevende Kaderprogramma paste precies in het taalwetenschappelijke straatje van Cheng.

Bron: Universiteit Leiden