Gerrit Komrij-prijs 2014

In 2012 ging de Gerrit Komrij-prijs naar Ingrid Biesheuvel voor haar vertalingen van Arturverhalen uit de Lage Landen, in 2013 waren Rick Honings en Peter van Zonneveld voor hun biografie van Willem Bilderdijk (De gefnuikte arend) de winnaars. De Gerrit Komrij-prijs is in het leven geroepen om de beste popularisering van de oudere letteren te eren, Komrij zelf hield van oude literatuur – maar voorkeur in een soort modern jasje. Komrij hield ook van mooi verzorgde boeken. En Komrij was niet vies van vieze verhalen. Uiteraard komt er dan maar één publicatie in aanmerking voor de prijs die naar Gerrit Komrij vernoemd is:

Annemieke HoubenVieze liedjes uit de 17e en 18e eeuw.

Allereerst hebben we te maken met een mooi boek. Hoewel het geen luxueuze uitgave is (niet gebonden, geen goud op snee, geen cassette), is de boekverzorging meer dan slechts in orde. De typografie zorgt voor een duidelijke indeling in citaten en uitleg, het steunkleurtje voegt net iets meer vrolijkheid toe en het gebruik van vetten en cursieven is functioneel. Daarnaast is de tekst gelardeerd met mooie afbeeldingen van ‘viezigheid’. Penissen, vagijnen, borsten, billen – wat doorgaans niet te zien is, wordt in Vieze liedjes lekker wel getoond. Tekst en beeld gaan hierdoor hand in [vul hier een geslachtsorgaan naar keuze in]. 

De liedjes die door Annemieke Houben geselecteerd zijn, zijn allemaal lekker vies. De meeste zijn behoorlijk expliciet en daar waar ze niet expliciet zijn, worden ze door Houben geëxpliciteerd – aan duidelijkheid wordt niets te wensen overgelaten. En zo hoort het ook: geen zelfcensuur, geen geheimzinnigdoenerij, maar gewoon tonen wat er is. Want ja: ook in de 17e en 18e eeuw deed men aan seks en ja: ook in de 17e en 18e eeuw schreef men erover. 

Houben geeft de lezer een fraaie inkijk in de liedjes over seks. De selectie is divers, met een fijne afwisseling van lange en korte teksten. Dit levert een rijk geschakeerd beeld op, hoewel het met die rijke schakering tegelijk ook weer mee valt – want de liedjes gaan allemaal over seks. Een van de vieste liedjes is een heel korte, een gedichtje van slechts twee regels. Het heet ‘De aardige gatveger’ en dateert uit 1750:

‘Ik ben om geen papier in ’t allerminst verlegen,’
zei Jan, ‘want Klaartjes tong die zal mijn gat wel vegen."

Dit gedicht alleen al zou een prijs waard zijn, een heel boek met zulke teksten verdient de Gerrit Komrij-prijs 2014.

Bron: Neder-L