Eindelijk debat rond verengelsing Nederlandse en Vlaamse universiteiten

Verkiezing van de Lof en de Sof der Nederlandse taal 2016

Twee Vlaamse politici, beide van de Open Vld, staan kandidaat voor de Sofprijs der Nederlands taal 2016. Ook de Nederlandse regering, het kabinet Rutte II, staat op de nominatie. Daarnaast staan enkele gebruikelijke talige scheefschaatsers als de Rijksuniversiteit van Groningen en het winkelbedrijf Hema op de kandidatenlijst. 

Bij de kandidaten voor de Lofprijs is Ton Elias (ook liberaal) de enige politicus. Daarnaast staat een aantal mensen kandidaat dat zich in woord en geschrift heeft gekant tegen de verengelsing van de Nederlandse en Vlaamse universiteiten: Martin Sommer (Volkskrant), universitair docente Lotte Jensen, wijsgeer Ger Groot (al vaker
kandidaat geweest), de Raad voor de Nederlandse taal en letteren en het Vlaamse drietal Bruno De Wever, Gita Deneckere en Antoon Vrints van de universiteit van Gent. Ook AFTh is kandidaat.

Bezoekers van de webstek van de stichting Nederlands kunnen hun favoriete kandidaat voor de Lof- en de Sofprijs kiezen. De webverkiezing sluit op zaterdag 28 januari om 24.00 u.

De winnaars ontvangen een kunstvoorwerp ontworpen door de Nieuwe Gracht-producties uit Haarlem, dat hem/haar met enig ceremonieel zal worden overhandigd. Wanneer en waar dat zal gebeuren wordt nog nader bekend gemaakt. Dit jaar zal die uitreiking voor het eerst mede worden georganiseerd door Nieuwe Gracht-producties.

De prijzen
De Lof- en de Sofprijs der Nederlandse taal werden voor het eerst in 2003 uitgereikt. De prijzen zijn beide bedoeld als aanmoedigingsprijs. De keus werd de eerste keer nog bepaald door een jury, de laatste jaren door de bezoekers van de sN-webstek. De kandidaten zijn de Lofs en Sofs die de sN-schrijfgroep elke maand kiest (en aanschrijft, is de bedoeling). 
De eerste winnaar van de Lofprijs werd de KNAW voor het rapport "Nederlands, tenzij..." over de taal van de universiteit. Opmerkelijk is dat de KNAW nu weer onderzoek doet naar het taalgebruik op de Nederlandse universiteiten. 
De eerste Sofprijs ging naar Philips, omdat dat bedrijf besloten had zijn jaarverslag niet langer in het
Nederlands uit te brengen. Philips was zo sportief de prijs te komen ophalen.
Illustere Lofprijswinnaars uit het verleden zijn: de, inmiddels overleden, dichter Gerrit Komrij, publicist
Thomas von der Dunk, de Belgische nieuwslezeres Martine Tanghe, de vorig jaar overleden Henk Hofland
en het Amsterdamse college van b&w.
Naast het Stedelijk Museum en Philips zijn ook premier Jan-Peter Balkenende, het ministerie van Economische Zaken en Albert Heijn winnaars van de Sofprijs der Nederlandse taal geweest. Na Philips was ez-minister Maria van der Hoeven de eerste die de Sofprijs in ontvangst nam. Het Amsterdamse duo Jan Paternotte (D66) en Werner Toonk (VVD) volgden in 2015 dat sportieve gedrag. Vorig jaar liet de Sofprijswinnaar Rik Torfs, rector van de katholieke universiteit van Leuven, het weer 'gewoon' afweten: Geen tijd. Lofprijswinnaar Filip Devos van de universiteit van Gent nam zijn prijs wel in ontvangst.

De stichting Nederlands maakt zich sterk voor het gebruik van Nederlands in het buitenland, maar toch vooral in het eigen taalgebied. Nederlanders en, in mindere mate, Vlamingen gaan nogal eens achteloos om met hun eigen taal. Waarschijnlijk is er geen ander land in Europa te vinden dat zo sterk streeft naar verengelsing van het hele onderwijs als Nederland en Vlaanderen lijkt te volgen. Een groot deel van het tertiair onderwijs is al verengelst en in het middelbaar onderwijs rukt het tweetalig onderwijs snel op. Het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang volgen. Daartegen lijkt nu een nog (?) bescheiden reactie te zijn ontstaan. Zo hebben de opstellers van het Taalmanifest hun verhaal bij de Tweede Kamer mogen toelichten en viel er afgelopen jaar een kleine hausse aan artikelen tegen de verregaande verengelsing van de Nederlandse universiteiten waar te nemen. Die Nederlandse Tweede Kamer, overigens, heeft die taalverdringing in het Nederlandse onderwijs niet alleen steeds gedoogd, maar zelfs met enthousiasme begroet (zoals de vertweetaliging van het basisonderwijs).

Bron: stichting Nederlands