De eerste regenbui

Twee weken  geleden is de eerste regenbui gevallen, na een half jaar. Een jaarlijks terugkerende gebeurtenis die de inwoners van het land naar buiten jaagt, de regen in om van de grote druppels te genieten. Vreugdekreten van kinderen, straten en auto’s weer schoon, de bomen glanzend groen, en een heerlijke frisse geur die uit de aarde naar boven stijgt. De Jore (eerste regen) valt altijd omstreeks het Loofhuttenfeest, dit jaar half oktober. Er zijn hier eigenlijk maar twee seizoenen met luttele weekjes ertussenin die lente en herfst worden genoemd. Maar ondanks de geringe omvang van het land zijn de regionale klimaatcondities en de topografische eigenschappen als die van een groot continent. Voor elk wat wils. Zo hebben we in de kustvlakte hete vochtige zomers en milde natte winters. In de heuvels en berggebieden genieten we van warme zomers met behoorlijk koude regenachtige winters en zelfs sneeuw. De semitropische Jordaan Vallei en het gebied rondom de Dode Zee - de laagste plek ter wereld – worden gekenmerkt door hete droge zomers en aangename winters. In de bergachtige woestijnen in het zuiden heersen dordroge en aride condities met warme tot hete dagen en koude nachten. Men schertst vaak dat je in een halve dag het hele land kan doorkruisen. ’s Ochtends voor het ontbijt wat skiën in het noorden en ’s middags na de lunch in je bikini lekker aan het strand van de Rode Zee in de zon liggen bakken. 

En elke keer als de Jore neerplenst denk ik aan die timide en introverte jongen bij ons op de middelbare school die het toch maar durfde om op een schoolavond helemaal alleen op het podium in de gymnastiekzaal, het hele gedicht van Adama van Scheltema voor te dragen met de juiste dictie en een gevoelige trilling in zijn stem:

Het regent, - o wat regent het!
Ik hoor het uit mijn warme bed,
Ik hoor de regen zingen, -
Het regent, regent dat het giet-
Dat niemand daar nou iets van ziet
Van al die donkre dingen!
etc., etc.

Met schaamrood op de kaken moet ik bekennen hoe wij, wrede medescholieren hem daarna achter zijn rug danig in de maling hebben genomen. En hoe wij onze leraar Nederlands die helemaal geen orde kon houden en dit gedicht met de verlegen jongen had ingestudeerd, steeds maar weer vroegen om alle gedichtenbundels van Adama van Scheltema met ons door te nemen omdat wij zo hadden genoten van die voordracht.         

Mieke Daniëls-Waterman (Jeruzalem)