Belgische stagiaires in Suriname

We zitten op het terras van hotel Krasnapolsky in hartje Paramaribo. We drinken markoesalimonade, water en Parbobier. Hendrik stelt ons zijn huisgenotes voor. Ze studeren journalistiek in België en lopen momenteel stage in Paramaribo. We zijn benieuwd naar de ervaringen van deze Belgische studentes bij de Surinaamse media.

Eén studente spreekt een mix van Standaardnederlands en Vlaamse woorden zoals just niks en allez. Tussen de Vlaamse woorden door hoor je duidelijk dat zij een Nederlandse is – een fenomeen waar ik zelf maar al te vertrouwd mee ben (in beide richtingen). De tweede studente vertelt trots dat haar artikels al de voorpagina hebben gehaald van de avondkrant De West. Ze heeft een paar exemplaren meegebracht.

De derde studente loopt stage bij een plaatselijk televisiestation. Van de drie heeft zij het meest te vertellen. Ze heeft ondervonden dat de journalistieke praktijk er in Suriname heel anders uitziet dan in België. Ze heeft de indruk dat men er op de redactie niet dezelfde normen op na houdt. Zo is het gebruikelijk dat reportagemateriaal van anderen, bijvoorbeeld van de NOS, letterlijk overgenomen wordt, zonder vermelding van de bron. “Dat is plagiaat, en dat kan hier!”, snuift de stagiaire verontwaardigd. Verder vertelt ze dat persberichten vaak zonder voorafgaande bewerking op televisie gebruikt en zelfs letterlijk voorgelezen worden. “Dat gaat in België absoluut niet! Voorgelezen schrijftaal is veel te stroef.” De andere studentes knikken: ook Surinaamse kranten bevatten naar hun gevoel wel eens stijf en formeel taalgebruik zoals heden morgen in plaats van vanmorgen.

De televisiestagiaire vertelt onvermoeibaar verder. Er heerst zo’n ontspannen werktempo op de redactie! Er wordt uitgebreid de tijd genomen om samen te eten. “En ze hebben in Suriname geen redactievergaderingen”, voegt ze eraan toe. “Er wordt hier niet overlegd zoals in België”. Mijn collega’s kijken haar geschokt aan. Ze neemt een slokje markoesalimonade. “Maar misschien komt dat nog. Tenslotte ben ik hier pas drie dagen.”

Janneke Diepeveen (Berlijn)