Vijf vragen aan... Eric Mijts

Vraag 1: Wat maakt dat er een afdeling Nederlands in Oranjestad bestaat? 

Nederlands is vanwege de kolonisatie van de Antillen een officiële taal op de benedenwindse eilanden. Pas in de 21ste eeuw heeft de thuistaal, het Papiamento/u een officiële status gekregen. Dit creëert een bijzondere positie voor het Nederlands: in bestuur en onderwijs speelt het een belangrijke rol, maar in het dagelijks leven van de mensen en de media in Aruba komt het Nederlands weinig voor. Voor veel Arubanen levert deze spagaat een probleem op bij verdere studies in Nederland of in Aruba, maar ook in het doorlopen van basis- en secundair onderwijs: de actieve beheersing van het Nederlands laat vaak te wensen over. Als team dat zich inzet voor het onderwijs Nederlands aan de universiteit van Aruba is onze voornaamste rol dan ook om een brug te slaan tussen de passieve kennis van het Nederlands die volstaat om je HAVO of VWO diploma te halen, en de actieve kennis die vereist wordt voor hogere studies. Voor mijn eigen studenten van de rechtenopleiding is Nederlands onontbeerlijk in de latere uitoefening van hun beroep: doordat wetgeving Nederlandstalig is en de meeste rechters van Nederlandse afkomst zijn, moeten zij hun beheersing van het Nederlands op een heel hoog peil brengen om later succesvol te kunnen zijn.

Om een betere aansluiting tussen het middelbaar onderwijs en vervolgstudies aan de universiteit of aan hogescholen te bevorderen, werken we op dit ogenblik aan een aansluitingsprogramma waarbij toekomstige studenten worden ondergedompeld in een talenbad met grote nadruk op actieve communicatieve vaardigheden in een poging de barriere die de onderwijstaal opwerpt op te vangen.

Vraag 2: Geef eens een korte beschrijving van je instituut of afdeling (hoeveel studenten, hoeveel afgestudeerden per jaar, is je instituut een docentschap, bijvak of hoofdvak, hoe breed is het repertoire (taalverwerving, literatuur, taalkunde, cultuur, vertaalkunde, ...)?

De universiteit van Aruba is in 1988 (2 jaar na de Status Aparte) opgericht en viert volgend jaar haar 25-jarig jubileum. De afdeling Nederlands is langzaam gegroeid als vast onderdeel van de verschillende faculteiten die opgericht werden en is vast verankerd in de rechtenfaculteit en in de economische faculteit. De nieuwste faculteiten zijn beiden Engelstalig, maar ook binnen de arts & science faculteit heeft Nederlands nu een vaste plaats gekregen. Bij de economische faculteit, waar ik zelf ook als docent begonnen ben, wordt Nederlands als verplicht vak gedoceerd in het eerste, tweede en vierde jaar van de opleiding. De nadruk ligt in dat curriculum op schrijf- en spreekvaardigheid en op de grondslagen van Zakelijke Communicatie. Omdat in de rest van het curriculum ook veel in het Nederlands wordt gedoceerd kan het onderwijs Nederlands ook in het praktijkonderwijs verweven worden, dat geeft de mogelijkheid om de studenten meer actieve productie te laten doen in de vorm van rapportages en presentaties die voor de studenten toepassing zijn van in andere vakken verworven kennis. Op die wijze kunnen wij een mengeling van mogelijkheden die bestaan in NT2-onderwijs vermengen met NVT-onderwijs. Bij de rechtenfaculteit maakt het programma Nederlands deel uit van het vakkenpakket Juridische Vaardigheden. Zowel in het eerste als derde jaar van de bachelor en in de master wordt veel aandacht besteed aan de taalvaardigheid van onze studenten. Strategieën voor woordenschatsverwerving, tekstanalyse, argumentatie, strategisch communiceren worden aan de hand van toegepaste theorie in case-studies tot leven gebracht. Mijn studenten schrijven dan ook veel, van essays tot brieven tot pleitnota’s, en nemen deel aan spreekvaardigheidstrainingen tijdens oefenrechtbanken, gespreksvaardigheden en debatten.
In totaal volgen elk jaar ongeveer 250 tot 300 studenten onderwijs Nederlands bij ons.
Naast het onderwijs Nederlands organiseren en verzorgen wij ook conferenties, workshops en lezingen over Nederlands in het Caribisch gebied, taalkunde, literatuur en didactiek.

Vraag 3: Waarom ben je zelf ooit Nederlands gaan studeren? En waarom kiezen studenten in Aruba er nu voor om Nederlands te leren? 

Ooit ben ik aan mijn studie Nederlands en Engels begonnen aan de Universiteit van Antwerpen omdat ik altijd gefascineerd was door de rijkheid van taal. Nederlands is mijn moedertaal, dat maakte de keuze voor Nederlands eenvoudig, een keuze waar ik geen spijt van heb gekregen. Niet alleen heeft mijn studie mij inzicht gegeven in de diversiteit en samenhang van de Nederlandse en Vlaamse literatuur, maar ook natuurlijk in de ontwikkeling van de Nederlandse taal zelf. Als onvermoede bonus maakte ik tijdens mijn studie uitgebreid kennis met sociolinguistiek, een vakgebied waar nu al mijn onderzoek op gericht is. Voor mijn studenten ligt de keuze voor Nederlands, voor zover je het nog een keuze mag noemen, helemaal anders: Nederlands is voor mijn studenten net zo’n belangrijke taal als het Engels. Als zij zich verder in de Arubaanse juridische praktijk willen ontplooien, of als zij na het behalen van hun masterdiploma nog verder willen scholen, dan is kennis van en inzicht in het Nederlands noodzakelijk. Van keuze is dus niet echt sprake, en dat betekent ook dat wij samen met onze studenten ervoor moeten zorgen dat zij gemotiveerd blijven en een liefde voor taal ontwikkelen. 

Vraag 4: Houd je je ook bezig met onderzoek in de neerlandistiek? Waar doe je onderzoek naar? En waarom doe je juist onderzoek naar dit onderwerp? (Of: Als je een half jaar vrij kreeg om je alleen maar met onderzoek bezig te houden, hoe zou je die tijd dan besteden?)

Mijn onderzoek is gericht op de bijzondere verhouding die bestaat tussen de verschillende talen die in Aruba gesproken worden, en de wijze waarop hiermee omgegaan wordt in taalbeleid en taalplanning. Dit is natuurlijk een voor de hand liggende keuze als je bedenkt dat ik ondertussen al twaalf jaar in Aruba geconfronteerd word met de situatie dat Nederlands de instructietaal is in het (grootste deel van) het onderwijs terwijl 70 procent van de bevolking Papiamentstalig is. Deze situatie zorgt bij veel mensen voor onzekerheid of onvrede en tot nu toe zijn de pogingen om tot een taalbeleid en de implementatie daarvan te komen dat recht doet aan de moedertaal van de inwoners van Aruba nog niet echt geslaagd te noemen. Het is niet eenvoudig om een financieel en technisch haalbaar beleid te formuleren in een context waar de oud-koloniale taal (Nederlands) dominerend is in onderwijs en bestuur, de taal van de grootste industrie voor het grootste inkomen zorgt (Engels), de taal van de immigratie een groeiende belangrijke factor is (Spaans) en de thuistaal van de bevolking eigenlijk de meest gesproken taal is. Voor mij is het met name interessant om door onder andere discourse analysis en observaties te onderzoeken welke verschillende invloeden spelen in het bepalen van het taalbeleid en op welke wijze hierin ideologische en andere keuzes gemaakt worden.

Vraag 5: De internationale neerlandistiek is altijd in beweging. Wat zie jij als een goede ontwikkeling in de afgelopen jaren? En welke nieuwe ontwikkelingen zou je graag willen zien?

De internationale neerlandistiek gaat een uitdagende periode tegemoet, met name als je kijkt naar het aantal instituten waar het Nederlands op de lijst staat om te verdwijnen of ingekrompen te worden. Dit is natuurlijk geen goede ontwikkeling voor het Nederlands in de wereld. De ontwikkelingen van de laatste jaren die naar mijn mening positief zijn, en dus ook een rol kunnen spelen in het weerstand bieden aan deze druk, zijn met name het ontstaan van de verschillende regionale verbanden van neerlandici, met daarbij ook eigen uitgaves, en de actievere rol van digitale uitwisseling. Hiermee is ook de uitwisseling tussen de Nederlandse/Vlaamse neerlandistiek en de internationale linguistiek versterkt.