Interview Iris van Erve over het 20e Colloquium Neerlandicum op Voertaal.nu

Intensief en tegelijkertijd ontzettend boeiend en verrijkend”, zo omschreef directeur Iris van Erve het zopas afgeronde Colloquium Neerlandicum, inmiddels al het twintigste in zijn soort.

Maar alvorens met haar terug te blikken op die bewogen week, een woord over de historiek van dit driejaarlijkse treffen.

“Destijds had je heel wat plekken in de wereld waar Nederlands gedoceerd werd, alleen werkten die hoogleraren en vakgroepen los van elkaar”, vertelt ze. “Het is net uit deze vaststelling dat de idee ontstond om stappen te zetten die de onderlinge contacten zouden verbeteren, ook tussen wat soms wel eens als de ‘binnenlandse Neerlandistiek’ omschreven wordt, Vlaanderen en Nederland dus. Begin jaren '70 werd de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) opgericht. Steeds meer vakgroepen sloten zich aan en het IVN groeide uit tot wat het vandaag is.”

Het valt op dat het colloquium vooral door buitenlandse geïnteresseerden bijgewoond wordt. Verbaast u dat? 

Op zich niet, nee. Weet u, wereldwijd zijn er zo'n 13.000 à 14.000 mensen die Nederlands studeren. In Vlaanderen en Nederland zijn er dat beduidend minder, op en al enkele honderden. Van de ongeveer 350 deelnemers aan het Colloquium is tweederde – 62,5% om precies te zijn – afkomstig ‘uit de wereld’, als ik het zo mag zeggen (glimlacht). Het hele opzet draait ook rond het mekaar ontmoeten. 

Tussen elk Colloquium ligt telkens drie jaar. Is die periodiciteit een bewuste keuze?

Tot op zekere hoogte wel. Wat mij betreft zou die frequentie gerust wat hoger mogen liggen, alleen kruipt er veel tijd én middelen in de organisatie ervan. En ook aan de deelname is altijd een kost verbonden, zeker voor wie van ver komt. De ervaring dat om de drie jaar nog net lukt (lacht). Je mag ook niet vergeten dat er soms ontmoetingen gepland worden in een bepaalde regio. Zopas vond er een treffen plaats in Padua, waar dan deelnemers uit Spanje, Portugal en Italië mekaar ontmoeten. Dergelijke kleinschaligere initiatieven zijn een handige aanvulling op ons driejaarlijks Colloquium.

En afwisselend wordt een plaats in Vlaanderen of Nederland gekozen? 

Klopt. Er wordt ook telkens een samenwerking tussen het IVN en een Universiteit opgezet, al was het maar om logistieke redenen. Dit jaar was het dus de Katholieke Universiteit van Leuven. Volgend jaar is het een Universiteit in Nederland. 

Is er, wanneer u terugblikt, één hoogtepunt dat u bijgebleven is?

Er waren er meerdere natuurlijk. Het groot panel over Bredero, dit is per slot van rekening het Bredero-jaar, is er zo een. Franco Paris van de Universiteit van Napels maakte bijvoorbeeld de vergelijking tussen de oude Napelse liedcultuur en Bredero's liedboek. Wat me ook altijd opvalt is de goede werking van onze ‘Lage Landen Studies’, redactionele samenwerkingsverbanden tussen collega's uit verschillende landen rond telkens één specifiek thema. 

Het Colloquium viel nagenoeg samen met de aankondiging dat in het Katholiek onderwijs in Vlaanderen, veruit het belangrijkste net, het aanbod Nederlands met een uurtje zal teruggeschroefd worden. Hoe kwam die bij de buitenlandse deelnemers aan? 

Ze waren erg verbaasd, dat laat zich al raden. Stuk voor stuk zijn ze met Nederlands bezig, en met succes. En dan krijg je dit te horen. In zowel Vlaanderen als Nederland neemt de belangstelling wat af, dat is toch paradoxaal. 

En als we – tot slot – nog even mogen terugkomen op dat succes van Neerlandistiek ‘wereldwijd’  waarover u het had. Wat zet mensen aan om onze taal te willen leren?

Er zijn natuurlijk verschillende motieven die spelen. Bij sommigen speelt het feit dat ze het een mooie taal vinden, interesse hebben in Vlaanderen en Nederland, maar ook omdat ze zich aangetrokken voelen tot de literatuur. Maar daarnaast zijn er ook een heleboel mensen voor wie economische motieven spelen. Wie in Polen Nederlands kent, is zeker van een job. Heel wat bedrijven hebben diensten naar Polen uitgevlagd, maar hebben hiervoor wel mensen met voldoende talenkennis nodig. Tot op zekere hoogte ontwaar je een gelijkaardige trend in Oekraïne.

Buro: MV

Bron: Voertaal.nu