De schoorsteenveger brengt geluk

In Berlijn heb ik mijn eigen schoorsteenveger. Ik snap niet echt waarom, want bij mijn weten heeft mijn appartement geen schoorsteen. Wel heb ik een gasboiler en dat is voor de huisbaas reden genoeg om elk jaar een schoorsteenveger te sturen. Die komt dan meten hoe groot de kans is dat ik een koolmonoxidevergiftiging oploop. Er hangt vantevoren een briefje op de deur dat de komst van de schoorsteenveger aankondigt. Het schreeuwerige rood van het briefje en de dreigende uitroeptekens doen vermoeden dat je zwaar in de problemen zit als je op het aangekondigde tijdstip niet thuis bent. Logisch: het is dan kiezen tussen een sikkeneurige schoorsteenveger die speciaal nog eens moet voorrijden (wat hij vanzelfsprekend in rekening brengt), of een koolmonoxidevergiftiging.

Het allereerste bezoek van de schoorsteenveger heeft indruk gemaakt. In Duitsland hebben schoorsteenvegers een speciaal zwart uniform aan met een bijpassend zwart hoedje. Het is een uniform dat ik in België nooit heb gezien, maar wij hadden ook geen schoorsteenveger. Mijn vader klaarde die klus zelf en deed dat gewoon in werkplunje. Dus toen in 2007 die Berlijnse schoorsteenveger in zijn malle pakje mijn woning betrad, kon ik mijn lach nauwelijks inhouden. Na vijf jaar kent mijn schoorsteenveger mij wel. Vorig jaar was ik sinaasappels aan het uitpersen toen hij langskwam. “Vorig jaar had u een cake in de oven staan,” wist hij me nog trots te vertellen. Hij ziet in mij vast de keukenprinses die ik niet ben.

Ondertussen heb ik geleerd dat schoorsteenvegers in Duitsland geluk symboliseren. Rond de jaarwisseling duikt zijn afbeelding op bij de bloemist en in de supermarkt tussen klavertjes vier en hoefijzers van chocola. Om elkaar een gelukkig nieuwjaar te wensen, geven mensen graag een aardigheidje cadeau zoals een potje klaver met een schoorsteenvegerpoppetje erin.

2012 is al enkele weken oud en ik heb nog geen rood briefje mogen vinden. Maar als de schoorsteenveger komt, zal ik hem verse cake met sap aanbieden. Je weet maar nooit waar het goed voor is.

Janneke Diepeveen (Berlijn)