Tijdens het 22ste Colloquium Neerlandicum zullen er 18 verschillende panelgesprekken plaatsvinden. Deze week belichten we er één.
Nieuw licht op ouder Nederlands: standaardisatie, taalcontact en meertalige taalgeschiedenis.
De opkomst van de historische sociolinguïstiek heeft geleid tot een hernieuwde interesse in de vroegen laatmoderne Nederlandse taalgeschiedenis, en heel wat neerlandistisch onderzoek in deze traditie heeft de afgelopen jaren nieuwe inzichten opgeleverd. Met dit panel willen we recent onderzoek in de historische sociolinguïstiek van het Nederlands samenbrengen, met onderzoekers uit de Nederlandse, Vlaamse en extramurale neerlandistiek, waarbij we in het bijzonder de nadruk leggen op nieuwe perspectieven op standaardisatie enerzijds, en taalcontact en meertaligheid anderzijds.
Standaardisatie was decennialang een kernbegrip in de Nederlandse taalgeschiedenis vanaf de vroegmoderne periode, maar waar ouder onderzoek vaak sterk uitging van een teleologisch en van bovenaf gestuurd model voor de standaardontwikkeling, probeert recenter onderzoek vanuit een sociolinguïstisch oogpunt nieuw licht op dit concept te werpen, bijvoorbeeld door de relatie tussen voorgeschreven taalnormen en eigenlijk taalgebruik te bestuderen (Lismont), door stil te staan bij de entekstualiseringsprocessen in institutionele contexten, waarbij gesproken woord in schrift wordt omgezet (Serwadczak), of door de blik te richten op mislukte standaardisatiepogingen om zo bij te dragen aan een niet-teleologisch perspectief op de ontwikkeling van talige standaarden (Simonet).
Daarnaast stelt het panel ook taalcontact en meertaligheid centraal, ingaand tegen de vaak eentalige bias in traditionelere taalgeschiedenissen. Dat gebeurt onder andere door op basis van naamgevingspraktijken in een- en meertalige grammatica’s te onderstrepen hoe fluïde de grenzen tussen talen voor sprekers in de vroegmoderne tijd waren (Vogl), door de Europese traditie van meertalige gespreksboeken aan te boren als bron voor kennis over beleefdheidsstrategieën in het Nederlands (Kött), of door meertalige repertoires en fluïde taalpraktijken te bestuderen in bronnen uit het Nederlands-Duitse grensgebied (Krogull).
Met de bijdragen rond deze twee centrale thema’s willen we in dit panel de waarde van een sociolinguïstische benadering van de taalgeschiedenis illustreren, en bijdragen aan een meer multiperspectivische en inherent meertaligere invulling van de taalgeschiedschrijving.
Organisatoren:
Philipp Krämer Vrije Universiteit Brussel, België
Gijsbert Rutten Universiteit Leiden, Leiden, Nederland
Ulrike Vogl Universiteit Gent, Gent, België
Rik Vosters Vrije Universiteit Brussel, Brussel, België
Lezingen:
Eline Lismont Vrije Universiteit Brussel, Brussel, België
Magda Serwadczak Vrije Universiteit Brussel, Brussel, België /
Universiteit Antwerpen, Antwerpen, België
Nelle Simonet FWO Vlaanderen & Vrije Universiteit Brussel, Brussel, België
André Kött Universiteit Gent, België
Machteld de Vos Radboud Universiteit/Instituut voor de Nederlandse Taal
Reitze Jonkman Fryske Akademy, Leeuwarden/Ljouwert, Nederland
Alexia Elise Kerkhof Fryske Akademy, Leeuwarden/Ljouwert, Nederland
Emma Lambrecht Vrije Universiteit Brussel, Brussel, België
Miet Ooms KU Leuven, Leuven, België
Kijk hier voor meer informatie
Praktisch
- Wanneer? Woensdag 27 augustus, 10:30 uur
- Waar? Brussel, Marie-Elisabeth Belpairegebouw