Blog 44: Het gedichtsel van s menschen herte

Er zijn in het Nederlands tientallen vertalingen van de bijbel, oude en moderne, en allemaal anders. Ik heb de rare gewoonte om na te gaan uit welke vertaling geciteerd wordt. Kom ik in een roman of een krantenartikel een bijbelcitaat tegen, dan ga ik op zoek om te weten welke vertaling de auteur op tafel had liggen. Ik geloof overigens dat het een tamelijk onschuldige afwijking is.

Laatst een interessant geval in Pat Barker, de “Weg der geesten-trilogie”. Het is uit het Engels vertaald door Edith van Dijk. En voortreffelijk vertaald, lijkt me. De titel (en daar is de uitgever verantwoordelijk voor en niet de vertaler) is de enige stommiteit die ik ben tegengekomen.

Over de stijl van dit boek valt veel te zeggen, maar vandaag wil ik het alleen over dat bijbelcitaat hebben. Op bladzijde 168 zegt daar iemand: “het gedichtsel van ‘s mensen harte is boos van zijner jeugd aan”. Ook binnen het verhaal is het ineens heel ouderwetse taal.

Met een beetje zoeken is snel vastgesteld dat het gaat om Genesis 8:21. Maar welke vertaling wordt hier geciteerd?

De moeder van alle Nederlandse bijbelvertalingen is de zogenaamde “Statenvertaling” uit 1637. Maar wat de meeste mensen niet weten, dat is dat die Statenvertaling in de loop der eeuwen talloze grotere en kleinere aanpassingen heeft ondergaan. Ruim voldoende om in bijna iedere zin het verschil te zien tussen de editie van 1637 en een laat-19de-eeuwse versie. Onder andere zijn alle wijven vervangen door vrouwen. En zelfs in de 20ste eeuw is er nog veel aan veranderd.

Waaruit citeren de meeste mensen ten tijde van de Eerste Wereldoorlog (want dan speelt het boek)? Meest waarschijnlijk uit de Statenvertaling. En dan de versie die op dat moment in omloop is. Die luidt: “want het gedichtsel van ‘s menschen hart is boos van zijne jeugd aan”. Maar Edith van Dijk geeft “harte” en “van zijner jeugd aan”. Dat lijkt nog een stadium ouder. Wordt er uit de editie van 1637 geciteerd? Nee, want die heeft “herte” en “van sijner jeucht aen”.  Toch komt die nog het dichtste in de buurt. Edith van Dijk heeft, geloof ik, een eigen versie gemaakt.

Je vraagt je af uit welke Engelse bijbel er in het origineel werd geciteerd. Maar de Engelse versie heb ik hier niet bij de hand. Waarschijnlijk een of andere versie van de King James bijbel.

In 1951 verscheen een vertaling die het anders deed: “omdat het voortbrengsel van des menschen hart boos is van zijn jeugd aan”.  Overigens was in 1951 “des menschen” al een beetje ouderwets. Beter is de Nieuwe Bijbelvertaling uit de jaren negentig: “want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht”. En al in 1983 waren er vertalers die een stapje verder gingen: de Groot Nieuws bijbel heeft “want het kwaad zit hem in het bloed”. Voorlopig heeft die mijn voorkeur. Maar juist dit jaar gaat er een nieuwe vertaling verschijnen. Die heb ik nog niet gezien.

Joop van der Horst (Leuven)