Door Iris van Erve
Ik ben zeker niet vies van een beetje reclame maken voor mijn vak: docent Nederlands zijn is tenslotte het mooiste wat er is. Dus wat zeg ik: “Het is fantastisch om vrij te zijn in de schoolvakanties. Ook in mijn gezin komt dat hartstikke goed uit.” Of: “De dynamiek is heerlijk, altijd gezellige contacten met pubers en je bent de hele dag bezig.” Of: “Ik heb echt veel geleerd, bijvoorbeeld dat het helemaal niet vanzelfsprekend is dat je boven je huiswerk
maakt als je helemaal geen ‘boven’ hebt en wel veel broertjes waar je voor moet zorgen.” Nooit zeg ik: “Het is fantastisch om de bijvoeglijke bepaling uit te leggen.” Of: “Samen Reve lezen is heerlijk, altijd goede opmerkingen van die pubers en je bent er zo een paar weken zoet mee.” Of: “Ik heb echt veel geleerd, bijvoorbeeld dat als je
Nederlands spreekt, je niet vanzelfsprekend trots bent op je taal.”
Het is, vind ik, nou eenmaal krankzinnig lastig om mijn taaltrots uit te venten. Ik lees dolgraag Nederlandse literatuur, maar het klinkt gewoon niet zo sexy op een feestje: “Heb je ook zo genoten van de Beatrijs?” Een goed gesprek begin je er in elk geval doorgaans niet mee. En daarom probeer ik op andere punten aan te sluiten, met ‘vakantie’ en ‘dynamiek’.
En toch zijn we met z’n allen verantwoordelijk voor het promoten van het Nederlands. Eigenlijk is deze VakTaal een etalage. In de etalage ligt de Nederlandse taal, literatuur en cultuur. In de winkel staan de verkopers ervan. Een docent Nederlands in Duitsland legt uit hoe hij de strategie ‘integratief’ ontwikkelde, twee schrijvers vertellen over
hun ervaringen met de lezende jeugd, een meester probeert verwoed het eindexamen interessanter te krijgen en een literatuurwetenschapper wijst op de strijd tussen maatschappij, debat en al dan niet koloniale literatuur. Je zou denken dat activisme altijd goed vermaak is, of je er nu over leest, schrijft of het bedrijft. Maar de scholier die aan
het woord komt, heeft het hier nu juist helemaal niet over. Zij wil juist analyseren, met tekststructuren bezig zijn en ‘koopt’ daarom misschien wel de studie volgend jaar. En de eerstejaars student? Zij moet vooral veel vragen beantwoorden over haar zachte g. Kortom, geniet van een zeer divers nummer over de neerlandistiek in de verkoop.
Aan leden met een abonnement op VakTaal wordt per post een papieren exemplaar toegezonden. Als u lid bent van de IVN, kunt u ook een digitaal exemplaar bekijken via https://www.ivn.nu/publicaties/vaktaal (vergeet niet om eerst in te loggen).